Cognitieve therapie en EMDR even goed bij PTSS

Traumagerichte cognitieve gedragstherapie en EMDR zijn beide effectieve en efficiënte interventies voor kinderen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat blijkt uit het onderzoek waarop mvr. Diehle op 23 september promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam.

Diehle onderzocht het effect van traumagerichte cognitieve gedragstherapie en Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) bij 48 8- tot 18-jarigen met een PTSS. Zij hadden een enkelvoudige traumatische gebeurtenis meegemaakt, zoals een ongeluk, of meervoudige gebeurtenissen, bijvoorbeeld langdurige mishandeling.

De therapieën verminderen in gelijke mate symptomen van PTSS, zoals herbeleving van het trauma. Cognitieve gedragstherapie lijkt bijkomende problemen zoals verlatingsangst beter te bestrijden. Bij EMDR lijken iets minder behandelsessies nodig te zijn.

Diehle analyseerde ook onderzoeksliteratuur over twee therapeutische technieken: blootstelling en cognitieve herstructurering. Blootstelling kan bestaan uit het in de gedachten oproepen van de traumatische gebeurtenis; cognitieve herstructurering is het bijsturen van negatieve gedachten en gevoelens die samenhangen met het trauma. Diehle concludeert dat alleen blootstelling even effectief is als blootstelling in combinatie met herstructurering.

Bron: Universiteit van Amsterdam